horizontal rule
Wereldmuziek is een muziekvorm, die heel sterk betrokken is op de volksmuziek.
Deze volksmuziek bestaat in welhaast alle landen van de wereld, maar heeft zich vanuit die wortels losgemaakt en zich een internationaal karakter verworven.

De brug tussen de eigen cultuur en de langzamerhand groeiende interculturele en internationale cultuur wordt in de muziekwereld door de wereldmuziek geslagen.

Juist de veelsoortigheid, de vele verschillende achtergronden, de vele verschillende culturen vormen in de wereldmuziek een smeltkroes, waaruit vele nieuwe vormen naar voren komen, waarin muziekstromingen uit velerlei landen een kans krijgen om met elkaar in contact te komen en tot iets nieuws uit te groeien.

De term "World music" is in de jaren 80 ontstaan toen enkele kleinere Engelse platenmaatschappijen problemen hadden om hun platen met etnische en traditionele muziek onder de aandacht te brengen. Er was geen stijl waaronder men de platen direct kon vinden. Nu heeft bijna elke platenzaak een redelijke bak met "wereldmuziek" zelfs verder onderverdeeld in verschillende stijlen.

Ondanks dat we geen informatiefunctie hebben, vragen ons toch veel mensen naar informatie over wereldmuziek. Schijnbaar is er weinig literatuur in het Nederlands beschikbaar. Daarom zullen we stukjes uit de flyers die we voor elk optreden maken en die specifiek over een muziekstijl gaan hier verzamelen waarbij we nooit volledig zullen zijn.

Australië

Het woord "Aborigine" is de Latijnse aanduiding voor de oorspronkelijke, niet van elders gekomen of althans oudst bekende bewoners van een gebied en dan met name in Australië. Recente archeologische vondsten, rotstekeningen ten noordoosten van Adelaide, doen vermoeden dat de Aboriginals 43.000 jaar geleden al een beschaving hadden opgebouwd in Australië. In de beleving van de Aboriginals zijn de 350 jaar kolonisatie slechts een korte periode in hun geschiedenis, die teruggaat tot ver in de 'Droomtijd'. De 'Dromen' zijn tijd- en ruimteloos, ze herbergen de kosmos, de geheimen der aarde, de schepping en de geesten van de voorouders die elke Aboriginal in zich draagt. De Dromen zijn alleen bedoeld voor ingewijden. De rotstekeningen van 43.000 jaar geleden beelden nog steeds dezelfde droombeelden uit die hedendaags nog steeds teruggevonden worden in de schilderkunst, de zandmozaïeken en de lichaamsbeschilderingen van de aboriginals. De didgeridoo is het traditionele blaasinstrument van de aboriginals. Hij is gemaakt van een tak van een eucalyptusboom die uitgehold is door termieten.

Cajun & Zydeco

Omstreeks 170 was het huidige Louisiana in het zuiden van de Verenigde Staten Frans grondgebied, evenals het huidige Canada (toen heette het nog Acadia). De van oorsprong Franse bewoners van Acadia werden door de Britten verdreven en kwamen uiteindelijk in Louisiana terecht. Daarnaast vestigden zich vele andere Europese nationaliteiten in Louisiana. Al deze verschillende culturen werden door het "smeltkroes"-effect langzaam aan tot de "Cajun-cultuur" zoals we ze nu nog kennen. Het misschien wel belangrijkste ingrediënt van deze cultuur is de muziek. Door al de verschillende Europese invloeden (en vooral door de accordeon!) ontstond een muzieksoort die gekenmerkt wordt door vaak wat rauwe zang (in "Patois", 'n soort frans taaltje dat specifiek is voor de regio), door het gebruik van specifieke instrumenten; viool, accordeon, triangel, wasbord enz.
Verder bestaat de muziek vaak uit typisch Europese ritmes, walsen, two-steps enz. Kortom, aanstekelijke muziek met een hoog "dans-gehalte".
Wie Cajun zegt mag Zydeco niet vergeten.
Zydeco is in wezen de "zwarte variant" van de Cajun muziek. Bij Zydeco spelen elektrisch versterkte instrumenten een belangrijke rol. Basgitaar en drumstel zijn uiterst belangrijk, temeer omdat Zydeco meer ritme dan melodie heeft dan Cajun. Zydeco heeft veel meer blues-invloeden en is daarom "steviger" te noemen. Een ander belangrijk verschil is dat er in de Cajun muziek gebruik gemaakt wordt van een vrij simpel, klein accordeon, terwijl in Zydeco het grote, ons bekende accordeon heel vaak op de voorgrond staat. Net als Cajun is ook de Zydeco enorm dansbare en swingende muziek waarbij het haast onmogelijk is om stil te blijven staan.

Flamenco

De muzikale basis voor wat nu flamenco is, werd eigenlijk gelegd door zigeuners die rond 1400 via Marokko in Spanje aankwamen. Een andere groep zigeuners trok Noordelijk en wist zich te vestigen in Hongarije en Roemenië. Hun voorouders trokken lang daarvoor, waarschijnlijk al vanaf de 8ste en 9de eeuw vanuit India naar het Westen.
Als een groep zigeuners in de Middeleeuwen in Andalusië aankomt, ontmoeten deze verwante zielen. Joodse vluchtelingen die daar verbleven en Moren (Moriscos), ook gevlucht uit hun eigen land. De zigeuners vonden in hen toehoorders voor hun muziek en ook een muzikale invloed. In dezelfde tijd was er in Sevilla nog een bloeiende slavenhandel. Met de slaven die binnengebracht werden, kwam het ritme mee uit Afrika en dit drong door in de zigeunermuziek. Enkele eeuwen lang gaat het proces van beïnvloeding door, uit de rest van Spanje maar ook uit Zuid-Amerika, deels meegenomen door de nakomelingen van Spaanse immigranten die terugtrokken naar het land van hun voorouders en deels meegenomen door Spaanse zeelui uit het Caribisch gebied en landen als Argentinië, Cuba en Puerto Rico. Pas tegen het einde van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende heeft deze zigeunermuziek zijn eigen vorm gekregen waarin alle elementen te vinden zijn van de huidige flamenco: rauwe zang, gitaarspel, handgeklap of castagnetten en de vele dansvormen.
Het is moeilijk te omschrijven wat dé flamenco is. Zeker is dat het een verzamelnaam is voor de muziek, zang en dans zoals die in de afgelopen eeuwen ontstaan is in het zuid-Spaanse Andalusië. Over de flamenco wordt vaak gezegd dat hij temperamentvol is, expressief en krachtig. Maar ook dat het veel meer is dan een muzikale stroming, en daarom een levensstijl.
Het toverwoord van de flamenco is misschien wel het woordje Duende.
Duende laat zich ook niet makkelijk omschrijven maar heeft alles te maken met het moment waarop zanger, danser of gitarist zo volledig opgaat in de muziek dat er iets ontstaat dat meer is dan de muziek, zang of dans op zichzelf, een soort magisch moment waarop het publiek de adem inhoudt en alles zich concentreert rond de persoon die deze Duende bezit!
Flamenco heeft bovenal ook alles te maken met het uitdrukken van een gevoel, wat kan variëren van intense triestheid tot grote vreugde, afhankelijk van de compás (het ritme) dat gekozen wordt en hoe er mee omgegaan wordt.
Er zijn tientallen palos (stijlen) binnen de flamenco die elk hun eigen gevoel weergeven.

Highlife-music (Afrika)

Highlife-music is afkomstig uit de Engelstalige West-Afrikaanse landen. Met name in Ghana en Nigeria is Highlife enorm populair. Highlife kenmerkt zich door zijn snelle gitaarspel en dansbare/swingende ritmes, nauw verwant aan de Congolese soukous. Het is 1 van Afrika’s meest aanstekelijke, swingende, dansbare muziekstijlen waarin razendsnelle leadgitaren en percussie het tempo aangeven. Het is de muziek van bekende orkesten als E.K. Nyame, Osibisa en Prince Nico M’barga & Rocafil Jazz.
De oorsprong van de Highlife ligt in Ghana. Vlak na de tweede wereldoorlog brachten zeelieden nieuwe instrumenten, waaronder gitaren, mee naar de havens van Accra. Door deze nieuwe instrumenten toe te voegen aan de traditionele muziek ontwikkelden zich nieuwe stijlen waaruit gaandeweg de Highlife is ontstaan.
Vanaf de 60-er jaren doet de elektrische gitaar zijn intrede, die een enorm effect heeft op de populariteit van de Highlife, die inmiddels vanuit Ghana is overgewaaid naar de buurlanden. Door de steeds slechter wordende economische situatie in Ghana vertrokken veel muzikanten naar Nigeria.
Hierdoor steeg vooral in Nigeria de populariteit van de guitar-band Highlife ongekend, met als absolute hoogtepunt‘Sweet mother’, de bestverkochte en grootste Afrikaanse hit aller tijden van Prince Nico M’barga & Rocafil Jazz.
Eind jaren 80 verkasten veel goede en getalenteerde Ghanese Highlife-muzikanten naar Europa vanwege de stijgende populariteit van Afrikaanse muziek, waardoor de Highlife ook hier vaste voet aan de grond kreeg.

Klezmer

Klezmer is de benaming voor de - ook in Nederland steeds populairder wordende - traditionele muziek van joden uit Oost-Europa, met name Roemenië, Hongarije, Moldavië, Rusland, Polen en de Oekraïne.
De muziek ontstond spontaan op straat, in werkplaatsen, thuis en op feesten. Het gaat over het leven van alledag, over de Sjabbat (rustdag), geluk en verdriet, realiteit en dromen. De laatste jaren mag instrumentale jiddische muziek, nu vaak Klezmermuziek genoemd, zich in een steeds groter wordende belangstelling verheugen. Het woord klezmer komt van de Hebreeuwse woorden klee (instrument) en zemer (lied). Samengevoegd betekent dit: instrument van het lied.
Deze muziek werd door Joodse emigranten rond het begin van deze eeuw meegenomen naar Amerika en onderging daar o.a. invloeden van de Jazz en Vaudeville. Terug in Europa werden deze Amerikaanse invloeden al snel herkenbaar en kreeg Klezmer-muziek een steeds duidelijkere profilering. Behalve Amerika zijn de Balkan landen belangrijk geweest voor de beïnvloeding van deze muziek. Deze verschillen in stijl zijn overigens altijd duidelijk hoorbaar. De meesten kennen Klezmer vooral als Joodse bruiloftsmuziek, hetgeen zeker een duidelijke Klezmer kant is. Maar naast de uitbundige, spontane feestmuziek, waarbij veel en enthousiast gedanst wordt, kent Klezmer ook een melancholische kant. Innemend en gevoelig, haast droevig klinken de Joodse liederen waarin alle tragiek van het leven bezongen lijkt te worden.

Muziek uit Mongolië

De muziek van een land wordt gevormd door het landschap en de manier van leven.
Mongolië in het hart van Azië is een groot land, zo'n 38 keer groter dan Nederland. Het land strekt zich uit van de sneeuwbedekte Altai en Changaj gebergten via eindeloze graslanden en steppen tot aan de Gobi woestijn in het zuiden.
65 % van de 2,5 miljoen inwoners leeft nog steeds een nomadisch bestaan net als in de 12de en 13de eeuw tijdens de glorietijd van Djengiz Chan.
De nomaden leven in het ritme van de natuur met als grootste bezit hun veestapel van paarden, kamelen, runderen (yaks) schapen en geiten die zij zelf hun vijf juwelen noemen. Ze wonen in rondtenten genaamd yurt of ger, vroeger bedekt met huiden, nu vaak met doek. Het geloof in Mongolië is het Lamaïsme (het Tibetaanse Boeddhisme) terwijl ook schamanen nog een grote rol in het dagelijkse leven spelen. De muziek van Mongolië ademt de vrijheid en de kracht van een eenvoudig bestaan, één met de natuur.
De spectaculaire boventoonzang Khoomei (uitspraak: hoemie) en de instrumenten tonen de overeenkomst met de historisch verbonden Zuid-Siberische staat Tuva die bekend staat als boventoonzang-natie. Mongolië en Tuva zijn echter in de loop der eeuwen door toedoen van Russische en Chinese invloeden verder uit elkaar gegroeid.

Khoomei

Boventoonzang is een techniek waarbij één persoon meerdere stemmen voort kan brengen door het in de mond versterken van bepaalde harmonischen van de grondtoon. Het resultaat hiervan is dat er een constante grondtoon hoorbaar is met gelijktijdig een hoge fluitachtige toon die de melodie zingt. Een andere techniek is de keelzang waarbij niet de stembanden als toongenerator worden gebruikt maar de keel. Het resultaat hiervan is een zeer diepe ondertoon. Op deze technieken zijn in de loop der eeuwen meerdere varianten ontstaan en deze vormen de basis voor de wedstrijden die jaarlijks in diverse Khoomeifestivals over de hele wereld worden gehouden.
Wie nog nooit Khoomei heeft gehoord zal dit ervaren met open mond van verbazing.

Instrumenten

De morin khuur ofwel de paardenviool is een tweesnarig strijkinstrument met een paardenkop waarvan zowel de snaren als de strijkstok van paardenhaar zijn gemaakt en wordt gespeeld als een cello. De tobshuur is een tweesnarig tokkelinstrument en de joochin is een snarentokkelinstrument, ook wel hakbord genaamd, van Chinese oorsprong. De khomus ofwel mondharp of jews harp is een tokkelinstrument dat de mond als klankkast gebruikt.

Soukous (Afrika)

Van alle moderne dansstijlen is de Congolese (voormalig Zaïre en daarvoor Belgisch Congo) soukous al vele jaren veruit de populairste, niet alleen op het Afrikaanse continent maar ook in Europa en Amerika.
Fraaie meerstemmige vocalen, heftige drumroffels en lange repeterende gitaarsoli - de basis elementen van de soukous - hebben een onweerstaanbare aantrekkingskracht op liefhebbers van de Afrikaanse muziek.
In de jaren dertig en veertig was de Cubaanse rumba de populairste dansmuziek in het huidige Congo. Met de komst van de electrische instrumenten werd de basis gelegd voor de Congolese rumba.
Eind jaren zestig is een nieuwe generatie muzikanten sterk in opkomst waaronder Zaiko Langa Langa, Viva la Musica en Stukas. De wat gezapige rumba maakt plaats voor de veel heftigere en rauwere soukous - zoals de rumba inmiddels wordt genoemd.
Het dansritme wordt flink opgeschroefd en het accent komt steeds meer op de gitaren en drums te liggen. Sinds de jaren tachtig vinden een groot aantal van de Congolese muzikanten hun weg naar Parijs en Brussel, waar de moderne studio's staan.
Vanuit deze steden veroveren verschillende bands de dansvloeren met hun supersnelle soukous, bijvoorbeeld Kanda Bongo Man, Quatre Etoiles, Kas Kas en Loketa.

Raï

Raï vindt zijn oorsprong in de traditionele Bedoeïenenmuziek uit Algerije. In de zestiger jaren werd deze muziek door de toenemende urbanisatie letterlijk meegenomen naar de grote steden en verspreidde zich over heel Noord-Afrika.

Raï (= opinie) werd dé spreekbuis van de Noord-Afrikaanse jongeren en veroorzaakte een kleine revolutie in de van oorsprong traditionele Islamitische ereld. Maatschappelijke problemen zoals woningnood en klasseverschillen en taboes als liefde en alcoholgebruik werden centrale thema's in de Raï-muziek. Door de toenemende politieke spanningen verkasten veel Algerijnse Raï-muzikanten naar Europa.
Grote namen als Khaled en Cheb Mami uit Algerije en Cheb Kader uit Marokko zorgden vanuit hun nieuwe thuisbasis Parijs dat de Raï ook buiten Noord-Afrika enorm populair werd door er steeds meer 'Westerse' stijlen in te vermengen. Onder hun invloed ontstaan ook in Europa tal van goede Raï-orkesten die hun stijl overnemen en verder verfijnen.
Arabische, Marokkaanse en Spaanse muziek maar ook Reggae, R&B, Hip hop, Funk en zelfs Latin klinken vaak door in de Raï van tegenwoordig, die zich daardoor tot een uiterst dansbare muziekvorm heeft ontwikkeld, meer toegankelijk voor 'Westerse' oren.

Zigeunermuziek

De zigeuners hebben hun roots liggen in Rajasthan - bakermat van alle zigeunervolken.
De migratie van de eerste “zigeuners” uit Rajasthan (India) meer dan 1000 jaar geleden heeft ervoor gezorgd dat er momenteel heel veel verscheidenheid bestaat in de muziek van Zigeuners. India, Egypte, Turkije, Roemenië, Hongarije, Slowakije, Portugal, Andalusië en Frankrijk kennen allemaal een zeer rijke muzikale zigeunermuziektraditie.
Allemaal met een eigen, onmiskenbare stijl en identiteit. Variërend van rauw, vocaal, en ongepolijst tot uiterst melodieuze virtuoze hoogstandjes. Het is onmogelijk om al deze verschillen te belichten en beschrijven zonder een boekenkast te vullen.
Zigeunermuziek, of beter gezegd; de muziek van zigeuners wordt vooral uit het hoofd, liever gezegd uit het hart, gespeeld.
De talrijke, virtuoze en meestal heel persoonlijke improvisaties van de eerste viool (de primas), zijn nauwelijks te volgen. Daarbij de glisando's en de ingewikkelde tempi (5/8ste, 7/8ste, 9/8ste of 11/8ste maat die elkaar afwisselen…). Dat is allemaal niet aan te leren: dat moet je erven. Van vader op zoon; van generatie op generatie. De alomtegenwoordige en allesbepalende familieband geldt ook voor het samen muziek maken.
Veel mensen veronderstellen dat de basis van deze 'zigeunermuziek' in Hongarije ligt. Dat is echter veel te beperkt, ook al zit er een kern van waarheid in. Toen eind 18e eeuw in de Oostenrijks-Hongaarse monarchie muziek maken als iets minderwaardigs werd gezien, ontstond er door de toch voortdurende vraag ruimte voor zigeunerensembles. Hun interpretaties van de regionale traditionele muziek zijn sindsdien kenmerkend geworden.
Overal waar zigeuners neerstrijken ontstaat er een wisselwerking met de plaatselijke muziek.
Van oorsprong was zigeunermuziek vooral vocaal en diende voor eigen gebruik. Langzaam klagende liederen wisselden zich af met snelle opzwepende. Deze laatste werden begeleid met tongklakken, scanderen van enkele lettergrepen en slaan met lepels. Zo ook in de Olah-muziek, de meer authentieke, haast verborgen gebleven muziek uit hartje Hongarije. Maar de ontwikkeling en uitwisseling met westerse en moderne stromingen hebben niet stilgestaan; denk hierbij maar aan Django Reinhardt met zijn Hot Club de France. Deze muziek is in deze streken het meest bekend.

De zigeuners spelen nog steeds een belangrijke rol in de volksmuziek van Rajasthan. Zij trekken van dorp tot dorp en ontmoeten elkaar op religieuze feesten van heiligen die zowel door moslims als Hindoes vereerd worden. Daar treden ze op met slangenbezweerders, illusionisten, fakirs en danseressen.

De muziek is verwant aan de Quawwali ­ heilige Pakistaanse muziek- maar is te veelzijdig om in een hokje te plaatsen. De hypnotiserende muziek wordt gespeeld op een brede waaier van traditionele instrumenten zoals de satara, een dubbele fluit, de pungi van de slangenbezweerders, de saarangi, een kruising tussen vedel en viool en de khartal, de oervorm van de flamencocastagnetten.
Het zijn vaak nomaden en behoren tot diverse kasten: Sapera-kalbelya (slangenbezweerders), langa (Bekende dichters), soufis (klassieke musici) en andere Hindoes, troubadours en straatartiesten.

Meer informatie? Stuur een e-mail aan info@swil.nl

horizontal rule